De belangrijkste wijzigingen in het pensioenakkoord 2021

Lees hieronder de belangrijkste wijzigingen in het pensioenakkoord 2021. Wat zijn de wijzigingen voor u:
AOW
De AOW-leeftijd stijgt de komende jaren minder hard.
Iedereen spaart voor zijn eigen pensioen
De financieringsopzet waarbij jongeren te veel betalen voor hun pensioenopbouw en ouderen te weinig wordt beëindigd.
In de nieuwe opzet betalen werkgever en werknemers wederom een gelijke premie. De werknemer ontvangt daarvoor een pensioenopbouw die daar op grond van zijn leeftijd bij hoort. Ieder jaar bouwt de ouder wordende werknemer daardoor een lager pensioen op.
Bij pensionering mag je direct een eenmalig bedrag opnemen
Pensioengerechtigden kunnen straks op de pensioendatum maximaal 10% van het opgebouwde pensioen in een keer opnemen. Hierdoor wordt het pensioen flexibeler inzetbaar om bijvoorbeeld een hypotheek af te lossen, die mooie wereldreis te maken of eerder te beginnen met minder werken. Deze eenmalige opnamemogelijkheid gaat ook gelden voor lijfrenten. Op de ingangsdatum kan dan maximaal 10% van de waarde van de lijfrente als bedrag ineens worden opgenomen.
De opzet van het partnerpensioen wordt eenvoudiger
De bepaling van de hoogte van het partnerpensioen is op dit moment ingewikkeld en niet uniform. In het nieuwe pensioenstelsel worden de regels eenvoudiger. Het partnerpensioen wordt gekoppeld aan het salaris dat de werknemer had op het moment van overlijden. De hoogte van het levenslange partnerpensioen wordt maximaal 50% van dit salaris.
Iedereen stapt over naar een premieovereenkomst (geen garanties meer)
Bij veel organisaties of verplichte pensioenfondsen zijn nog middelloonregelingen (en sommige eindloon) toegezegd waarin “gegarandeerde” pensioenaanspraken worden opgebouwd. Deze regelingen zijn vanaf uiterlijk 1 januari 2026 niet meer toegestaan. Alle pensioenregelingen worden omgezet naar een regeling waarin de beschikbare premie het uitgangspunt vormt. De nieuwe maximale premie bedraagt 30% van de pensioengrondslag voor alle leeftijden.
Eerder met pensioen gaan wordt (tijdelijk) gefaciliteerd
Op dit moment kunnen werknemers tot vijftig weken fiscaal gefaciliteerd sparen voor verlof. Deze mogelijkheid wordt verruimd naar honderd weken. Daarnaast wordt de strafheffing voor een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) tijdelijk versoepeld. Werknemers kunnen dan eerder stoppen met werken met behulp van een financiële bijdrage van de werkgever. Over de bijdrage aan de vertrekregeling hoeft de werkgever dan geen strafheffing te betalen. De vertrekregeling is inzetbaar tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2026 met een uitloopperiode tot 1 januari 2029.
Deel dit bericht:

T&W Pensioen is dé onafhankelijke pensioenadviseur voor de regio Breda.
Onze klanten waarderen ons om onze eerlijk, betrouwbaar en deskundig advies en daar zijn wij trots op! Wij zijn er voor zowel werkgevers als hun werknemers.
Weten wat T&W Pensioen voor uw bedrijf kan betekenen? Vraag een gratis consult aan. Bel 06-53377265.