Voorlopige én definitieve keuze
De keuze tussen een vast en variabel pensioen heeft gevolgen voor de manier waarop uw pensioenuitvoerder tot uw pensioendatum voor u belegt. Dat gebeurt in een zogenaamde lifecycle – een mix van beleggingen die wat betreft risico’s rekening houdt met hoe lang nog wordt belegd. In zo’n ‘levenscyclus van pensioenopbouw’ geldt vaak: hoe dichter bij uw pensioendatum, hoe lager het risico dat u neemt. Een vast pensioen kent meestal een andere lifecycle dan een variabel pensioen, omdat bij een variabel pensioen langer – dus ook nog na uw pensioendatum – wordt belegd.
Variabel pensioen
Een variabel pensioen biedt kans op een hoger pensioen. Maar de hoogte kan elk jaar anders zijn. Na uw pensionering bepaalt uw verzekeraar steeds voor 1 jaar uw pensioenuitkering. Met de rest van uw kapitaal belegt de verzekeraar door, ook na uw pensionering. U neemt dan meer risico, maar vergroot de kans op een hoger pensioen.
Wanneer is een variabel pensioen iets voor u?
Vast pensioen
Bij een vast pensioen weet u waar u aan toe bent. U weet welk bedrag u de rest van uw leven elke maand krijgt. Dit geeft u zekerheid. U bent niet afhankelijk van schommelende beleggingsresultaten of rente, want u spreekt een vaste uitkering af met uw verzekeraar. Nadeel is dat die vaste uitkering niet meestijgt met de prijzen. U kunt op termijn met hetzelfde pensioen minder kopen.
Wanneer kiezen?
U kiest definitief voor een vast of een variabel pensioen op het moment dat u met pensioen gaat. Maar ook vóór u met pensioen gaat, kunt u zich al voorbereiden.
Wij geven u onafhankelijk advies voor het maken van de juiste keuze.
